Er wordt heel veel over afvallen geschreven en bijna iedereen heeft er wel een mening over. We horen over miraculeuze producten die beloven vet in no-time te laten verdwijen. Er verschijnen jaarlijks honderden boeken en artikelen over alweer een nieuw dieet of over nog betere afslankoefeningen. Maar naar wie moet je nu luisteren en wie moet je geloven? En vooral, hoe kom je er nu achter dat je iets fout doet?
Hier vind je een overzicht van de vijf grootste blunders die mensen die willen afvallen regelmatig begaan.
Jezelf uithongeren.
Sommige mensen nemen de beslissing af te vallen en besluiten dat te doen door heel weinig of zelfs helemaal niet meer te eten. Dat werkt niet. Wanneer je stopt met eten gaat het lichaam over op de zogenaamde “hongermodus”; voor het gewicht verliest ‘besluit’ het lichaam eerst vocht en spieren op te geven. Wanneer je dan weer gaat eten, zul je merken dat je enorm aankomt. Dat komt omdat normaalgesproken de spieren heel veel calorieën verbranden. En die spieren heb je dus net met je hongerdieet afgebroken. Als je dus van plan was het ontbijt, lunch of diner voor een tijdje op te geven; doe het niet!
Te veel salades eten
Dus dat is verkeerd? Ja, gedeeltelijk. Het probleem zit hem niet in de sla en de tomaten – het probleem zit hem in het feit dat de meeste mensen de salade met veel dressing eten. Dressing bevat enorme hoeveelheden calorieën en zijn geweldige dikmakers. Wees dus zuinig met dressing, hou het bij azijn of vers citroensap met wat zout en peper.
Te snel te veel verwachten
De meeste mensen verwachten dat ze direct resultaat zullen zien. Aan het eind van de week willen ze op de weegschaal zien waarom ze zich van alles hebben ontzegd. Helaas, zelfs als je het gezondste dieet volgt en de perfecte afslankoefeningen doet, zul je pas geleidelijk resultaat zien. Veel mensen raken hierdoor gefrustreerd en geven het op omdat ze denken dat het dieet ‘niet werkt’ (en dat is dus de volgende blunder). Bedenk dat de kilo’s er ook niet in een week aangekomen zijn; het kost dus ook wat tijd om ze weer kwijt te raken.
Focus niet te veel op de weegschaal en je omvang – dat kan tot frustratie leiden. Het is veel beter je in het begin te richten op de verbetering die je nu al voelt – meer energie en een beter concentratievermogen.
Te snel opgeven
De verleiding is groot het na een paar weken op te geven, en je zult merken dat je steeds meer excuses vindt om maar niet alle afslankoefeningen te hoeven doen. Of je hebt een typisch alles-of-niets karakter; je slaat een keer je fitnessuurtje over, je laat je een keer verleiden tot het eten van een ijsje, en baalt daar dan achteraf zo van dat je het afvallen maar helemaal opgeeft.
In plaats van jezelf de put in te praten en het op te geven zou je moeten stoppen met malen en direct met wat oefeningen beginnen. Je zult merken dat dat het beste helpt. Als je er achter komt dat het echt niet mogelijk is elke dag naar de sportschool te gaan hoeft dat nog niet te betekenen dat je het afvallen maar helemaal moet opgeven. Je kunt de vrije tijd die je wel hebt zo goed mogelijk gebruiken door die actief door te brengen.
Doelen stellen – die niet haalbaar zijn
Het Baywatch figuur, dat willen we. Iedereen wil het perfecte lichaam, maar laten we eerlijk zijn, dat krijgen we niet allemaal. Er zijn factoren zoals genetica en lichaamstypen die we niet in de hand hebben. Het feit dat je niet het perfecte lijf kan hebben betekent nog niet dat je geen gezond lichaam kan hebben.
Dit kan je ontmoedigen, maar waarom zou je geen doelen stellen die meer realistisch zijn? Zoals bijvoorbeeld oefeningen doen zodat je sterker wordt en meer met je kinderen kunt spelen, of gezond eten zodat je gezond en sterk genoeg blijft om met je kleinkinderen te kunnen spelen.
Probeer de bovengenoemde veerlvoorkomende fouten te voorkomen, ze weerhouden je ervan je doel te bereiken.
