Hulpmiddelen Voor Het Afvallen

Op de juiste manier BMI en tailleomvang meten

Door naar jezelf in de spiegel te kijken kunt je niet altijd een juiste inschatting van je gewicht maken. Er zijn namelijk dingen die het blote oog niet kan waarnemen. Daarom bestaan er nauwkeuriger meetmethodes om na te gaan of je aan overgewicht lijdt of niet. Hieronder worden de stappen geschreven voor het meten van je BMI en je tailleomvang.

De BMI vaststellen

BMI is een afkorting voor Body Mass Index (lichaamsgewicht index) en is een maatstaf voor je lichaamsgewicht in verhouding tot je lengte. De BMI geeft wel ongeveer aan hoeveel lichaamsvet je hebt, maar niet altijd. Toch is de BMI een handig hulpmiddel om in te schatten of je aan overgewicht lijdt of niet. Je berekent je BMI als volgt:

BMI = gewicht in kg / kwadraat van de lengte in m (kg/m2).

Voorbeeld: iemand weegt 74 kg en is 1,58 cm lang:

74 / (1,58 * 1,58) = een BMI van 29,64

Op het internet vind je vele websites waar je je BMI automatisch kan laten berekenen.

Dit is de betekenis van de waarde van de BMI:

1.Normaal ligt de BMI tussen 20 en 25.
2.Licht overgewicht ligt bij een BMI van 25 – 27.
3.Bij een BMI van 27 – 30 spreekt men van overgewicht.
4.Bij een BMI van 30 tot 40 is sprake van overgewicht met gezondheidsrisico’s.
5.Bij een BMI vanaf 40 spreken we van zeer ernstig overgewicht of ziekelijke obesitas.

Mensen met een BMI tussen de 19 en 22 leven het langst en zijn het fitst. Sterftecijfers liggen hoger bij mensen met een BMI vanaf 25.

Let op: alleen een meting van het lichaamsvet met een huidplooimeter geeft een betrouwbare indicatie van het percentage lichaamsvet.

Verder nog enkele opmerkingen:
Als iemand aan body building of krachttraining doet (dus ook als je bijvoorbeeld aan power yoga of pilates doet), dan kan het gebeuren dat de BMI een heel andere kant op gaat dan je zou verwachten. Dit komt dat door de toegenomen spiermassa het lichaamsgewicht veel groter wordt.
Oudere mensen worden kleiner en hebben minder spiermassa. Hierdoor raakt de meting van de BMI ook verstoord en geeft dus niet meer een goede indicatie.
Ook voor hele kleine mensen geldt dit. Voor hen kan de BMI niet als maatstaf worden genomen.

Misschien dat een regelmatige blik in de spiegel toch zo’n slecht idee nog niet is …

Op de juiste manier de tailleomvang meten

Het middel is voor veel mensen het probleemgebied als het gaat om overgewicht. Het is belangrijk om de tailleomvang op de juiste wijze te meten.

1.Meet je taille met een centimeter over de blote buik
2.De tailleomvang, wordt gemeten over de buik, net boven de heupbenen – niet hoger of lager
3.De centimeter moet op de huid aansluiten maar mag deze niet samendrukken. De centimeter moet kunnen bewegen maar mag niet omlaag vallen. Dus niet te strak en niet te los.
4.Ontspan en adem uit tijdens het meten. Adem niet te veel uit of in tijdens het meten.

Je bent nu in staat om met behulp van beide methoden vast te stellen over je overgewicht hebt of niet.